Traditionele huizen hebben doorgaans een negatieve impact op het milieu gehad en dragen bij aan de uitstoot van broeikasgassen in de lucht met verwarming, koeling en andere vormen van energieverbruik. Duurzaam bouwen krijgt steeds meer aandacht omdat meer mensen proberen de negatieve impact van hun huizen op het milieu te verminderen.
Reynolds krijgt erkenning als het brein achter het concept van Earthships. De visie van Reynolds bestond uit het herdefiniëren van architectuur om huizen te bouwen die geen energie of heel weinig energie nodig hebben, zowel tijdens het bouwproces als daarna. De naam “Earthship” is gemaakt voor deze huizen omdat het zelfonderhoudende structuren zijn. Dit betekent dat ze duurzame energiebronnen zoals de zon, wind en water gebruiken om het huis van stroom te voorzien.
“ONS MOTTO WAS: VOER GEEN AFVAL AAN OP DE BOUWPLAATS.”
Enorme milieuwinst
Dat een Earthship geen fossiele brandstof verbruikt voor verwarming of elektriciteit (en dus ook geen CO2 uitstoot) is niet eens het grootste voordeel. Door het gebruik van natuurlijke als gerecycleerde materialen zoals afgedankte banden, aluminium blikjes, glazen en plastic drankflessen maar ook zijpanelen van wasmachines wordt een veel belangrijkere milieuwinst geboekt. En het zijn nog eens prachtige kunstwerken in het landschap.
Hospitality branche ook duurzaam
Over het algemeen is een hotel een erg verspillende omgeving. Dus tijd dat ook daar steeds meer focus komt op duurzaamheid. Het management van het nieuwe QO hotel in Amsterdam wijkt af van die norm met haar zero waste-ambitie. Om dit na te leven moet duurzaamheid volledig worden geïntegreerd: van de bouwplaats tot in het beheer van het gebouw. Afval is een van de kringlopen waar het hotel op focust. De andere zijn water, energie en voedsel. Zo krijgt douchewater opnieuw waarde als doorspoelwater voor de wc en worden groenten, kruiden en vissen in een gesloten systeem in de kas gekweekt. O.a. hierdoor hoopt het hotel 65% op verwarming te besparen en maar liefst 90% op koeling.
Bij het bouwen van het hotel wilden de ontwerpers het milieu uiteraard zo weinig mogelijk beslasten. Zo ging 22 % van de materiaalkosten op aan hergebruikt materiaal. De gevel van de oude Shelltoren aan het IJ is bijvoorbeeld verwerkt in de betonconstructie van QO. En het tapijt in het hotel werd gemaakt van 100% gerecycelde visnetten. Naast gerecyceld materiaal is er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bouwmateriaal uit de nabije omgeving. En daarmee wordt in dit geval een straal van 800 kilometer rondom het hotel bedoeld. Dus zonder dat de bezoeker iets merkt, komt duurzaamheid overal terug: van de bouwtekening tot op het bord.